Dorperkidz

Gezellige, betrouwbare, betaalbare opvang

Thema Politie


boekentips:

  • Agent en Boef van Tjibbe Veltkamp
  • Gezocht: koen Konijn van Emily McKenzie
  • De Politieman van Elisabeth Slegers
  • Het dikke agentje van Margaret Wise Brown
  • Kolletje is een boef van Pieter Feller
  • Schatje en Scheetje van Ted van Lieshout
  • krijgt de politie ook wel eens een bon? van Christa Carbo

Materialen:


Liedjes:

 


Versje:


Van politie Delfshaven op de melodie van ‘Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent’  (De luizenmoeder)

Hallo inbreker
Wat fijn dat je er bent
Je bent niet voor het eerst hier
Heb je al bekend?
Stamp niet zo met je voeten
Hou je armen maar opzij
Ik ben agent
En jij bent erbij


Knutselen(downloads):


Wegdelen (downloads):


Kleurplaten (downloads):



Werkbladen (downloads):


Activiteiten:

  • verkeerregelen
verkeersregelen
verkeersregelen


 

Laat de kinderen vertellen wat zij over de politie weten. Maak een woordweb of mindmap over 'de politie'. Laat enkele kinderen tijdens de werkles tekeningen bij de woorden maken.

  • Wat is weg? - visueel geheugen

Leg telkens drie of vier afbeeldingen in de kring. Vraag de kinderen de ogen te sluiten. Er komt een boef! Haal een afbeelding weg. De kinderen openen de ogen en ontdekken wat verdwenen is. Breid de activiteit uit door meer afbeeldingen te gebruiken en ook meer dan één afbeelding weg te pakken.

Door de portofoon - auditief geheugen
Zorg voor twee portofoons of walkietalkies. Zeg een woord of zin in één van de portofoons. Geef de andere portofoon aan een kind en laat hem het woord of de zin herhalen. Ga zo verder.

  • In de cel - rijmen

Zet een aantal boeven (poppetjes) in een cel. Noem een woord en wijs een boef aan. Wanneer de kinderen tien rijmwoorden op dit woord weten, wordt deze boef vrijgelaten. Lukt dit niet, dan blijft de boef zitten. Ga verder met de volgende boef. Noem een ander woord waar de kinderen op rijmen. Ga zo door tot er voor alle boeven gerijmd is.
Suggesties voor rijmwoorden: pet, boef, cel, portofoon, geld, buit, agent, snel, goud.

  • Op boevenpad - getalsymbolen op de dobbelsteen

Leg een pad van twintig groene en tien rode vouwblaadjes in de kring. Leg de rode en groene vouwblaadjes door elkaar neer. Zet twee boeven (poppetjes) voor het pad. Verdeel de klas in twee groepen. De groepen gooien om de beurt met de dobbelsteen en verzetten hun boef het aantal vouwblaadjes gelijk aan het aantal gegooide ogen. Als de boef op een rood vouwblaadje komt, gaat hij iets stelen! De kinderen gooien nóg een keer met de dobbelsteen en pakken evenveel diamanten als het aantal gegooide ogen. Wanneer een boef op een groen blaadje komt, gebeurt er niets. Welke boef heeft aan het eind van het pad het meest geroofd?

  • Diamantenroof - hoeveelheden overzien

Geef elk kind vier diamanten (teldopjes of fiches). De kinderen leggen deze voor zich. Wijs één kind aan als agent. Hij verlaat de ruimte. Haal bij één van de kinderen een diamant weg. Roep de agent terug. Kan de agent snel ontdekken waar een diamant verdwenen is? Breid de activiteit uit door meerdere diamanten weg te nemen.

  • Goudstenen - wegen

De boeven hebben goud gestolen! Hoeveel het goud waard is, bepaald je met de balans. Leg enkele (gouden) blokjes in een bakje van de balans en zet gewichten aan de andere kant. Kunnen de kinderen de balans in evenwicht krijgen? Je kunt het goud ook vergelijken op gewicht met kleine voorwerpen uit het lokaal.

  • Tralies - meten

Knip een aantal stroken van verschillende lengte uit zwart papier. Teken een groot vierkant (de cel) op een vel wit papier. Vertel dat er tralies in het raam van de cel moeten. Welke tralie past precies? Laat de kinderen meten en de tralies op een rij van kort naar lang leggen.