van kikkerdril tot kikker

De slootjes zitten weer vol kikkerdril! Voor kinderen is het leuk en leerzaam om de kikkerdril te zien ontwikkelen tot kikkertjes. Doen jullie mee, thuis of in de klas? Met onze tips kun je de kikkervisjes goed verzorgen, zodat ze straks gezond en blij verder kunnen groeien in hun eigen sloot. 

De ontwikkeling van kikkers

De vrouwtjeskikker legt haar eitjes in het water, soms wel duizenden tegelijk! Na een tijd komen er uit de eitjes kleine kikkervisjes; deze noemen we ook wel dikkopjes. Ze zien eruit als een visje, met een staart en kieuwen om adem te halen. Na een poosje krijgen ze achterpootjes en weer een paar dagen later groeien de voorpootjes. Dit is het moment dat je ze moet terugbrengen naar hun oorspronkelijke plek.

Hoe maak je een kikkerdrilbak?

Je hebt nodig:

• klein klompje kikkerdril
• hoge glazen bak of aquarium
• slootwater
• waterplanten
• grind, kiezels (schoongespoeld)
• grotere stenen, stukje hout en/of takken

Belangrijk: Kikkers zijn beschermde dieren. Het is toegestaan om ze te bekijken om ervan te leren maar je moet ze wel terugzetten in de natuur.

Aan de slag!

Verzamel een klein klompje kikkerdril. 5 tot 10 kikkervisjes per liter water is genoeg. Zorg ervoor dat je water en een paar waterplanten meeneemt uit dezelfde sloot of poel. Maak een kikkerdrilbak met kiezels en grote stenen en vul het met het water dat je hebt meegenomen. Zet de bak op een lichte plek, maar niet in de volle zon!

Verzorgtips

Ongeveer drie dagen nadat de kikkervisjes uit hun ei zijn, kun je beginnen met bijvoeren. Je kunt kunt ze schijfjes biologische tomaat of komkommer, stukjes gewassen sla, andijvie, weegbree of paardenbloem geven. Let op: je hoeft ze maar heel weinig te geven, anders vervuilt het water!

Kikkervisjes poepen veel. Door af en toe voorzichtig een beetje vies water uit de bak te halen en er nieuw (sloot- of leiding)water aan toe te voegen, houd je het water gezond. Zorg wel dat er voldoende van het slootwater in de bak blijft, daarin zitten belangrijke stofjes om de kikkervisjes gezond te houden.

Zie je pootjes groeien?

Wanneer de kikkervisjes pootjes krijgen, groeien ook langzaam hun longen. Ze hebben nu een steen, kurk of stukje hout nodig die boven het water uitsteekt, zodat ze kunnen uitrusten, anders verdrinken ze. Omdat ze nog niet kunnen springen moet je ervoor zorgen dat ze zelf uit het water op het droge kunnen klimmen.  

Terug naar de sloot

Breng de kleine kikkers op tijd terug naar hun oorspronkelijke plek! Nadat ze voorpootjes hebben gekregen en voordat ze hun staartje verliezen, is het de hoogste tijd om de kikkers weer vrij te laten in de natuur. Wees voorzichtig en vervoer ze in een bak zónder water, zodat ze niet verdrinken

Eenmaal terug in de sloot groeien ze nog verder; ze krijgen oogleden en traanklieren. Hun kleine mond wordt nu een brede kikkerbek en hun tong wordt meer dan twee keer zo lang! Vanaf nu zijn de kikkers vleeseters.

Met het pakket 'Kikkerdril tot kikkervisje' kun je het hele proces van vangen tot en met terugzetten zelf meemaken. Met de grote zeef en emmer kun je het dril vangen en in de aquariumbak bekijken.

Slootjesdagen

Wil je de volwassen kikkers nog eens opzoeken? Tijdens de landelijke IVN Slootjesdagen gaan kinderen en hun (groot)ouders zelf op onderzoek, gewapend met schepnet, waterbak en loeppot. In juni organiseren IVN-afdelingen door heel Nederland activiteiten voor jong en oud langs de waterkant. 

Kikkerdriltelling

In april kun je meedoen aan de landelijke kikkerdriltelling. Op Kikkerdriltelling kun je doorgeven hoeveel kikkerdril er in jouw tuin te vinden is. Let op, je hoeft niet elk eitje los te tellen. Gelukkig maar want één homp kikkerdril kan wel 1.000 tot 2.500 eitjes bevatten!